Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En hij zal [4]het brengen tot de zonen van Aaron, de priesters, [een] van welke daarvan zijn [5]hand vol grijpen zal uit [6]deszelfs meelbloem, en uit deszelfs olie, [7]met al deszelfs wierook; en de priester zal [8]deszelfs gedenkoffer aansteken op het altaar; het is een vuuroffer, tot een liefelijken reuk den HEERE. 4. Te weten, spijsoffer. 5. Hebreeuws, de volheid zijner vuist vuisten. Alzo onder, hfdst.5 vs.12. 6. Versta, des spijsoffers meelbloem. Dat is, meelbloem tot het spijsoffer behorende. 7. Of, boven. Alzo onder, hfdst.3 vs.4,10, en hfdst.4 vs.9, enz. Dat is, samen met al den wierook des spijsoffers. 8. Een reukwerk, zo genoemd, omdat het God indachtig maakte [menselijker wijze gesproken] de beloften, die Hij den vromen Israelieten gegeven had, en de gebeden, die zij tot hem deden; welke bij een reukwerk dat opklimt vergeleken worden; Ps.141:2; Hand.10:4; Openb.8:3,4.